JONAS VAN DER SLYCKEN

“Anders dan welvaart draait welzijn meer om hoe mensen zich voelen.”

Minder groei, meer geluk 

Bruto Binnenlands Product (BBP) is de algemeen aanvaarde standaard om welvaart te meten. Het BBP is de marktwaarde van alle goederen en diensten die in één jaar tijd in het land worden gemaakt of verhandeld. Dat moet anders, vindt ecologisch econoom Jonas Van der Slycken, want belangrijke zaken zoals onbetaalde zorg of vrijwilligerswerk, ziet het BBP over het hoofd. Ook de negatieve impact van bepaalde activiteiten moeten we volgens Jonas in rekening brengen:  
“Het BBP kijkt alleen naar de opbrengst van een economische activiteit, maar niet naar de schade die die activiteit veroorzaakt. Productiekosten lopen enorm op als we naast de pure kost ook de milieuschade die bepaalde producten of productieprocessen met zich mee brengen, incalculeren. Denk bijvoorbeeld aan lucht- en bodemvervuiling. Ook de sociale schade, zoals bijvoorbeeld ongelijkheid, zouden we mee in rekening kunnen nemen.”  

Onzichtbare arbeid

Door enkel financieel vergoede activiteiten in rekening te brengen, blijft het BBP blind voor wel meer sociale activiteiten. Jonas: “Wat is de waarde van zorgarbeid? Grootouders die voor een kleinkind zorgen, brengen niks bij aan het BBP. Als diezelfde kinderen in de buitenschoolse opvang blijven, groeit het BBP wel.” 
Dat we zorgarbeid niet meten, wil natuurlijk niet zeggen dat die niet belangrijk is. Heel wat belangrijke maatschappelijke activiteiten worden in het BBP niet meegeteld. Jonas: “Zoals vrijwilligerswerk, huishoudelijk werk. Of gewoon wanneer je buurvrouw jouw fiets herstelt en dus je niet naar de fietsenmaker gaat. Dingen die een mensenleven menselijk maken.”  

Anders meten

Jonas onderzocht een manier van meten die ons een vollediger en preciezer beeld van welzijn in de samenleving geeft. Die manier van meten houdt rekening met de voor het BBP onzichtbare arbeid aan de ene kant en de menselijke en ecologische schade van economische activiteiten aan de andere kant. 

Honderd euro

In zijn doctoraat berekende Jonas de welvaart van vijftien landen van de Europese Unie tussen 1995 en 2018 op een andere manier. Wat bleek? Het BBP groeide veel sterker dan ons welzijn.  
 
Hoe kunnen we dat verklaren? Eigenlijk is die vaststelling een antwoord op een heel filosofische vraag: hoeveel is genoeg? Er bestaat een punt waarop meer niet noodzakelijkerwijs leidt tot meer voordeel of voldoening. Dat noemen economen een sufficiëntiedrempel. Jonas onderzocht zo’n drempel. Die toont aan hoe consumptie na een bepaald punt niet meer direct bijdraagt aan een verhoogde welvaart. 
Jonas: “Stel dat je een persoon die het minimumloon verdient, €100 extra per maand geeft. Die €100 zal een grote impact hebben op de welvaart en het welzijn van die persoon. Voor iemand die maandelijks meer dan € 5.000 verdient, maakt honderd euro extra weinig verschil.” 
Die redenering geldt ook op het niveau van onze samenleving. Westerse landen zijn de laatste jaren steeds rijker geworden. Maar dat betekent niet dat we veel gelukkiger geworden zijn.

Hoe gelukkig ben je?

De woorden welvaart en welzijn worden dikwijls door elkaar gebruikt. Toch betekenen ze iets anders. Jonas: “Anders dan welvaart draait welzijn meer om hoe mensen zich voelen. Om hun welbevinden. Bij wetenschappelijke studies die welzijn meten wordt bijvoorbeeld gevraagd naar hoe gelukkig je je voelt.” 
In zijn doctoraat bestudeerde Jonas de index voor duurzame economische welvaart. Die houdt rekening met meer aspecten van de samenleving dan alleen geld. Door die index kunnen we welzijn of duurzame welvaart onze maatschappelijke en economische doelstellingen laten bepalen. 
“In Nieuw-Zeeland gebeurt dit al,” legt Jonas uit. “Daar heeft de regering onder leiding van Jacinda Ardern een welzijnsbegroting opgesteld. Die richt zich specifiek op huisvesting, mentale gezondheid, kinderarmoede en huiselijk geweld. Allemaal belangrijke beleidsdomeinen die extra financiering nodig hadden om het welzijn van de Nieuw-Zeelanders te verbeteren.”  
En het resultaat bevestigt: door op die vier domeinen in te zetten verbeterde het welzijn van de Kiwi’s fors. Het bewijs dat een andere begroting de focus kan verleggen van BBP en groei naar welzijn.

Welzijnsoverheden

Ook IJsland, Wales en Schotland experimenteren volop. Samen met Nieuw-Zeeland verenigen ze zich onder de naam ‘Wellbeing Governments’. Ze leggen in hun begroting de focus op welzijn, de planeet en de uitdagingen van de 21ste eeuw.  
“Ook voor regio’s als Vlaanderen of België als land kan het interessant zijn om zich daarbij aan te sluiten,” aldus Jonas.

Wat is genoeg?

Van economische groei worden we dus niet gelukkiger. Sterker nog, zegt Jonas: “We zouden een gelukkigere samenleving hebben als we die economische groei loslaten. Die groei zorgt er juist voor dat we vastzitten in een economisch systeem waarbij we eigenlijk nooit genoeg hebben.” 
We zien reclame en we vergelijken ons steeds met anderen, waardoor we steeds meer willen hebben. Die consumptie vertaalt zich echter niet naar welzijn. Of zoals Jonas het zegt: “Materiële consumptie beantwoordt niet altijd aan onze echte menselijke behoefte.”

Menselijke behoeftes

Mensen hebben nood aan identiteit en eigenheid, aan geborgenheid of aan autonomie. Dat zijn behoeftes die niet noodzakelijk te bevredigen zijn met puur materiële consumptie. Altijd maar meer is een rat race zonder einde. Nooit hebben we genoeg (tijd) om een goed leven te leiden. De rat race zorgt ook voor stress, angst en depressie. Door de eeuwige groei los te laten creëren we tijd en ruimte om genoeg te hebben. Dat leidt pas tot echt welzijn.