BRUTO LOKAAL GELUK

ANNE SNICK

“Geld komt niet terecht op de juiste plek om het maatschappelijke doel daadwerkelijk te behalen.”

Zo laten we geld in de juiste richting stromen

Zowat iedereen is overtuigd dat een duurzame transitie meer dan nodig is. Toch gebruiken we ons geld nog veel te vaak voor zaken die juist het tegenovergestelde effect hebben. Hoe komen we hier uit? Anne Snick is systeemdenker en ziet een oplossing in lokale gemeenschappen.

Middelen eindig

We denken dat alles moet groeien. Maar hoe kan je blijven groeien als je planetaire hulpmiddelen eindig zijn? Economische groei beschouwen we vaak als een ‘feit’. Maar dat is het niet. Economische groei is een concept, een verhaal dat door mensen is bedacht.

“Ons huidig model veronderstelt groei. Dat is vandaag de overheersende ideologie. Terwijl we dat model, dat verhaal makkelijk kunnen herschrijven. Groei binnen de grenzen van onze planeet.” stelt Anne.

Drie systemen

Anne neemt een stap terug om onze systemen in perspectief te plaatsen. Waar komen onze systemen vandaan? Waarom zijn ze zo gegroeid. Het lijkt ingewikkeld, maar dat is het volgens Anne niet.

“We hebben een economisch systeem, een planetair systeem en een menselijke samenleving,” legt Anne uit. “Op vandaag gaan die drie niet goed met elkaar samen. Economische groei gaat in de heersende economische theorie bijna altijd ten koste van maatschappelijke gelijkheid en planetair welzijn.”

Totaalplaatje

“Stel je een nieuwe stadswijk voor. In het ontwerp van de architect valt het vele groen op tussen de huizen. Maar omwille van het budget wordt het groen in de praktijk vervangen door verharding. Dat is makkelijker in onderhoud en dus goedkoper. “

“Dit is precies het probleem,” zegt Anne. “We kijken te vaak in hokjes en verliezen het totaalplaatje uit het oog. Ja, verharding is goedkoper op korte termijn. Maar wat zijn de kosten op lange termijn voor onze gezondheid, het klimaat en de biodiversiteit?”

Geld laten stromen

Op het eerste zicht is iedereen akkoord met het belang van duurzaamheid. Maar overheden, bedrijven, banken en consumenten nemen vaak beslissingen met de kost op korte termijn voor ogen. Zonder de maatschappelijke winst op lange termijn mee te nemen in hun afweging. Daardoor stroomt het geld niet naar de juiste plekken, maar lekt het de verkeerde kant uit. Het antwoord op dit probleem ligt volgens Anne in zaken lokale gemeenschappen. Wat kunnen zij doen om het financiële risico te spreiden of te delen en de geldstromen te beheren? Voorbeelden zijn ontzorgen en risicospreiding, voorfinancieren en herinvesteren in lokale gemeenschappen.

“Als gemeenschap kunnen we afspraken maken over hoe we willen dat geld stroomt en hoe we risico’s kunnen spreiden.”

Turnaround Money

Samen met een groot aantal Vlaamse actoren (burgers, bedrijven, overheden, onderzoeksinstellingen en ngo’s, waaronder Muntuit) onderzocht Anne voor het Europees onderzoeksproject ‘Turnaround Money’ hoe gemeenschappen geld kunnen laten stromen richting duurzame en maatschappelijke doelen. Recht op een kwaliteitsvolle woning is zo’n maatschappelijk breed gedragen doelstelling. Dat staat bevestigd in diverse beleidsplannen. Financieel experten berekenden bovendien dat hier genoeg geld voor is. Alleen komt het geld niet terecht op de juiste plek om dit maatschappelijke doel werkelijkheid te maken.

Waarom stroomt het geld niet naar collectieve doelen?
Meerdere obstakels beletten dat het geld naar duurzame doelen stroomt. In ‘Turnaround Money’ zijn niet alleen de obstakels in kaart gebracht, maar ook de sleutels die we als samenleving in handen hebben om de deur naar een duurzamer financieel systeem te openen.

Al die sleutels helpen bij ‘Governing the commons’. Kort gezegd brengt een gemeenschap geld onder voorwaarden in omloop . Dat geld kan alleen activiteiten financieren die het vooropgestelde doel helpen bereiken.

Sleutel 1: Risico’s verspreiden

Er is nog veel angst om te investeren in duurzame doelen. Gezinnen renoveren hun huis niet omdat het complex is. Ze weten niet of ze de investering er weer uit zullen halen, welke subsidies ze kunnen krijgen, enzovoort. De gemeenschap kan die zorgen wegnemen door de renovatie toe te vertrouwen aan een vzw die alle contracten en werfopvolging van de gezinnen overneemt.

Veel gezinnen hebben niet genoeg spaargeld om de renovatie of zonnepanelen te betalen, ook al weten ze dat ze dat geld op termijn terugverdienen. Banken van hun kant aarzelen om aan klanten in kansarmoede een lening toe te kennen. Ook die drempel kan door de gemeenschap weggenomen worden. Zo kan een crowdfundingplatform de helft van het benodigde geld inbrengen, waardoor de bank zich zekerder voelt om de resterende financiering te geven aan minder kapitaalskrachtige gezinnen. Een voorbeeld hiervan is Socrowd.

Sleutel 2: Samen vooraf betalen

Ditzelfde financiële risico doet zich ook voor bij lokale boeren die willen overschakelen naar bio landbouw. Zij aarzelen soms om te investeren in biologische teelt omdat ze bang zijn dat hun duurdere producten niet zullen verkopen. “Maar als je als gemeenschap zegt, wij delen het risico, we spreiden dat over meerdere schouders, dan begint het geld wél naar duurzaamheid te stromen,” zegt Anne. In ‘community supported agriculture’ deelt een groep van gezinnen het risico door vooraf te betalen voor een afgesproken product. Eventueel helpen de klanten ook bij het oogsten, wat de kosten drukt.

De gemeenschap prefinanciert dus de bioboer en zorgt voor voldoende marge, zodat hij een pensioen heeft en met ziekteverlof of vakantie kan gaan. Ook als er de oogst eens mislukt. Want het risico is verspreid over een groot aantal huishoudens.

Ook in het vorige voorbeeld van renovatie kan voorfinanciering een rol spelen, bijvoorbeeld onder de vorm van een overheidssubsidie. Daarbij kan de overheid voorwaarden opleggen. Zo kan ze bijvoorbeeld stellen dat de gerenoveerde woning gedurende een bepaalde tijd via een sociaal verhuurkantoor verhuurd moet worden. Of dat de subsidie terugbetaald moet worden bij verkoop van de woning, wanneer de eigenaar de meerwaarde te gelde maakt. Zo’n ‘rollend fonds’ sijpelt niet weg: de gemeenschap kan er nieuwe renovaties mee financieren.

Sleutel 3: herinvesteren

De overheid werkt vaak samen met bedrijven om klimaatdoelen te behalen. Dat veronderstelt dat die bedrijven de collectieve doelen delen en hun winst herinvesteren in dat doel en die niet in schadelijke activiteiten steken. Anne noemt de strategie om meer elektrische auto’s op Vlaamse wegen te krijgen.

De overheid wil meer publieke laadpalen, om zo de koudwatervrees van de platte batterij weg te nemen. Total Energies won de aanbesteding en plaatst straks laadpalen die gevoed worden door windenergie. Maar het geld dat Total Energies ermee verdient, investeert het in olie- en gasontginning. Vlaams geld voor schone energie stroomt zo naar een bron van CO2-vervuiling. “Een aantal wetten, regelgevingen en subsidieregels stammen uit het oude systeem en werken averechts.”

Bij openbare aanbestedingen zou het eerste criterium moeten zijn dat het bedrijf de gemeenschapsdoelen ondersteunt en de winst in het maatschappelijke doel herinvesteert. Missiegedreven ondernemingen zouden dus op de eerste plaats moeten komen. Mocht een burgercoöperatie de opdracht voor de laadpalen hebben gekregen, was het Vlaamse geld niet weggesijpeld naar ‘vuile’ investeringen, maar opnieuw geïnvesteerd in schone energie voor iedereen.

Sleutel 4: Communicerende vaten

Lokale overheden en besturen hebben aparte budgetten voor elke dienst. Zo kan het zijn dat inwoners een groenere wijk willen, maar er geen budget is om het groen te onderhouden. Door met diverse overheidsdiensten samen te zitten, kunnen de budgetten gepoold worden en groeit het aantal mogelijkheden. Het inzicht dat meer groen tot grotere veiligheid leidt, kan een deel van het veiligheidsbudget naar groen stromen. Door de lokale munt Toreke slaan burgers de handen ineen om dat onderhoud zelf te doen. Bovendien versterkt het Toreke andere duurzame doelen: je kan er geen vliegtickets mee kopen, maar wel met de kinderen gezond gaan eten in een sociaal restaurant.

Sleutel 5: Mutualiseren

Mutualiseren is het bundelen of delen van middelen en diensten. In plaats van elke woning apart te renoveren, bespaar je heel veel geld door het met de hele wijk samen te doen. Ook het delen van auto’s, woonruimtes of een hogedrukreiniger zijn hier voorbeelden van. Door de beschikbare middelen te bundelen spreidt je het risico en bespaar je heel wat geld.

Sleutel 6: Geld vernevelen

Wanneer we huizen opknappen, stijgt de verkoopwaarde. Daardoor kunnen sommige mensen ze niet meer betalen. Dit lossen we op door de huizen op te laten knappen door bedrijven in handen van de gemeenschap, die voor lokale tewerkstelling zorgen en de winst herinvesteren in maatschappelijke doelen. Zo blijft het geld in de gemeenschap. Het geld wordt lokaal ‘verneveld’ tot kleine druppeltjes, die zich over iedereen verspreiden waardoor je een regenboog krijgt. Community Wealth Building heet dit, en daar hebben ze in Schotland al een eigen minister voor.

Kijken door dezelfde bril

Door samen met actoren op het terrein naar lokale geldstromen te kijken, heeft het ‘Turnaround Money’ project op enkele maanden deze zes sleutels gevonden. Als meer instanties met deze bril zouden kijken, of als we dit zouden toepassen op andere maatschappelijke doelen, komen er ongetwijfeld nog meer sleutels aan het licht. Het belangrijkste is dus om met een systeembril, vanuit de commons, naar geld te leren kijken. Maar zoiets leer je helaas niet op school.

Anne is ervan overtuigd dat we het vermogen hebben om de toekomst duurzamer te maken, zolang we maar samenwerken over de verschillende hokjes heen. Daarbij ziet ze een cruciale rol voor het onderwijs. “Bij de voorbereiding op de toekomst moet het uitgangspunt zijn dat we niet weten hoe de toekomst eruit zal zien. We weten alleen dat ze niet zomaar een voortzetting van het verleden kan zijn.”

Alles begint met deze vraag

Daarin ligt ook een rol voor de universiteiten, die volgens Anne jongeren nog overwegend het oude model doorgeven. “Een model waarvan we nu weten dat het geen toekomst heeft. Dat vind ik eigenlijk een misdaad tegen de menselijkheid.”

Alles begint volgens Anne met de vraag: welke wereld willen we eigenlijk? Pas als je dat weet, kun je weten welke kennis, vaardigheden, methoden en technologieën nodig zijn om daar te geraken. En kun je het geldsysteem aanpassen zodat het die duurzame toekomst dichterbij brengt.